Inleiding
Het correct geloven in Allah, de Verhevene, en Zijn Boodschapper Muhammad (vrede en zegeningen zij met hem) is het belangrijkste aspect van de Islamitische geloofsleer. De essentie van het standpunt van de Ahlus Sunnah Wal Djamaa’ah is dat Allah, de Verhevene, één (uniek) is in Zijn wezen, eigenschappen en handelingen.
Er is consensus bereikt over dat alles wat in je voorstellingsvermogen opkomt, Allah (تعالى) absoluut anders is dan dat. Hij lijkt in geen enkel opzicht op Zijn schepselen, zoals Hij openbaart in de Heilige Quran: {Er is niets zoals Hij} (Soerah ash-Shuraa, vers 11). Allah, de Verhevene, is vrij en verheven van het hebben van lichaamsdelen en ledematen.
Hieronder volgt een uitleg op een bekende Hadieth, welke vaak naar het Nederlands wordt vertaald met:
Vrije vertaling
“…totdat Allah zijn voet (erin) plaatst waarop de Hel zal zeggen: "[Dit is] voldoende [voor mij], [dit is] voldoende [voor mij], [dit is] voldoende [voor mij]…” (Sahieh Bukhari en Sahieh Muslim).
De Hadieth-overlevering
Overgeleverd van Sayyidunaa Aboe Hurairah (رضي الله عنه) dat de Heilige Profeet (صلى الله عليه وسلم) heeft gezegd:
Vrije vertaling
"Het Paradijs en de Hel disputeerden met elkaar. De Hel zei: "Ik heb het privilege van dat hoogmoedigen en tirannen (in mij zullen worden bestraft). Het Paradijs antwoordde: "Wat is er toch met mij dat alleen de zwakkeren en gevallenen der mensheid mij zullen betreden?"
Allah, de Transcendente en de Verhevene (zei toen) tegen het Paradijs: "Jij bent [een manifestatie van] Mijn genade. Middels jou zal Ik genade verlenen aan wie Ik wil van Mijn dienaren. En elk van beide zal zijn eigen vulsel hebben.
Wat betreft de Hel, hij zal niet vol raken totdat Allah Zijn Ridjl* (erin) plaatst waarop de Hel zal zeggen: "[Dit is] voldoende [voor mij], [dit is] voldoende [voor mij], [dit is] voldoende [voor mij]." Op dat moment zal de Hel gevuld zijn en zijn verschillende delen zullen zich bij elkaar trekken. En Allah – de Majestueuze en de Transcendente – doet niemand van Zijn schepselen onrecht aan…"
(Sahieh al-Bugaariy en Sahieh Moeslim)
* Uitleg op de Hadieth-overlevering
De bekende Hadieth-geleerde, Imaam an-Nawawiy (رحمه الله) schrijft in zijn uitleg op Sahieh Muslim het volgende over deze Hadieth:
Vrije vertaling
Deze Hadieth behoort tot de bekende Ahaadieth-us Sifaat (Mutashaabih-overleveringen). Het is al verscheidene keren aan bod geweest dat de geleerden hierover twee methodieken hebben.
Eén ervan – en dat is tevens de uitspraak van de meerderheid van de Salaf (as Saalih) en die van een groep van Ilmul Kalaam-geleerden –: er dient niet te worden gesproken over diens interpretatie maar we dienen te geloven dat wat Allah ermee heeft bedoeld, waarheid is, dat het een gepaste betekenis heeft en dat de uiterlijke strekking (de letterlijke betekenis, in dit geval: been/voet) niet wordt bedoeld.
De tweede ervan – en dat is tevens de uitspraak van de meerderheid van de Ilmul Kalaam-geleerden –: er wordt wel op zoek gegaan naar een interpretatie van de Ahaadieth as-Sifaat die hierbij past.
Zij die van deze methodiek zijn uitgegaan verschillen van mening over de interpretatie van deze Hadieth. Er is dus gezegd: "De bedoeling met Qadam hier is: 'de voorgaande.' En dit is een gebruikelijke betekenis [van dit woord] in de taal.
De betekenis van de tekst in het Vers wordt dan: "Totdat Allah, de Verhevene, in de Hel diegenen van de mensen van bestraffing plaatst, wiens bestemming voor de Hel is voorgegaan."
Imaam al-Maaziriy en Imaam Qaadi Iyaad (رضي الله عنهما) hebben gezegd: "Dit is de Ta'wiel (interpretatie) van (de Tab' Taabi'iy) Imaam an-Nadr bin Shumayl (geboren in 122 en heengegaan in 204 na de Hidjrah رضي الله عنه) en een soortgelijke Ta'wiel (interpretatie) is ook afkomstig van Imaam Ibn al-A'raabiy (geboren in 246 en heengegaan in 340 na de Hidjrah رضي الله عنه)."
De tweede interpretatie: Dat hiermee de voet van een schepsel wordt bedoeld. Het bezittelijk voornaamwoord (namelijk: zijn) in de tekst (zijn Qadam) verwijst naar dat bekende schepsel.
De derde interpretatie: Het is mogelijk dat er een schepsel is die deze benaming (namelijk: Qadam) heeft.
En met betrekking tot de overlevering waarin staat: "Allah zal zijn Ridjl daarin plaatsen" [dus Ridjl i.p.v. Qadam] dacht Imaam Aboe Bakr bin Furak (رضي الله عنه) dat het niet vast is komen te staan bij de Hadieth-deskundigen.
Maar Imaam Muslim en anderen (رضي الله عنهم) hebben deze versie overgeleverd. Het is dus authentiek. En diens interpretatie is net zo als die van het woord al-Qadam [in de andere versie van deze overlevering].
Het is ook mogelijk dat met het woord Ridjl een groep van mensen wordt bedoeld, zoals er wordt gezegd: Een zwerm van sprinkhanen (Ridjlun min Djaraad). Hiermee wordt bedoeld: een groep van hen. Al-Qaadiy (رضي الله عنه) heeft gezegd: "De meest voor de handliggende/duidelijkste Ta'wiel (interpretatie) is dat het zulk een groep is, welke de Hel heeft verdiend en daarvoor is geschapen."
Allen (van de Ahlus Sunnah) zeggen: "Het is noodzakelijk om het woord af te wenden van diens uiterlijke/letterlijke betekenis, vanwege het feit dat er onomstotelijke en rationele bewijsvoering bestaat over het rationeel absurd zijn van dat Allah, de Verhevene, ledematen zou hebben."
Bron: Uitleg van Imaam an-Nawawiy (رحمه الله) op Sahieh Moeslim, deel 9 blz. 230
Voorts schrijft Shayg-ul Islaam al-Haafiz Ibn Hadjar al-'Asqalaaniy (رحمه الله) in zijn uitleg op Sahieh al-Bugaariy het volgende over deze Hadieth:
Vrije vertaling
Er bestaan verschillende meningen over wat de bedoeling is van het woord "al-Qadam". De methodiek van de eerste generaties (Salaf) over deze en andere (soortgelijke) overleveringen is bekend. En dat is namelijk dat deze overleveringen dienen te worden doorgegeven zoals ze zijn gekomen zonder deze te interpreteren.
Echter, we dienen wel te geloven dat de betekenissen die deze overleveringen impliceren, welke minpunten zijn met betrekking tot Allah, de Verhevene, (rationeel) absurd zijn [en dus niet van toepassing zijn, vandaar dat men deze overleveringen slechts dient door te geven zonder deze letterlijk te interpreteren].
En veel geleerden hebben zich bezig gehouden met het interpreteren ervan. Ze hebben gezegd: De bedoeling is ‘het onderwerpen van de Hel.’ Want wanneer de Hel te agressief zal worden en om meer zal vragen, dan zal Allah hem onderwerpen en hem als het ware "onder de voet plaatsen."
Hiermee wordt niet een werkelijke voet bedoeld. De Arabieren gebruiken woorden van ledematen om voorbeelden mee te geven, zonder deze ledematen zelf te bedoelen, zoals ze zeggen: 'Raghma Anfihi' (d.w.z.: ondanks hem. Letterlijk vertaald: met zijn neus door het stof), en 'Saqata fie yadihi' (d.w.z.: hij verkreeg het. Letterlijk vertaald: het viel in zijn hand).
Bron: Fath-ul Baariy Sharh Sahieh al-Bugaariy van Shayg-ul Islaam al-Haafiz Ibn Hadjar al-'Asqalaaniy